Berk Accountants

Berk Accountants en Belastingadviseurs; klassiek, maar eigenzinnig

Berk Accountants en Belastingadviseurs in Zwolle is een klassieke organisatie met een hands-on mentaliteit. Onlangs werd Berk door het magazine Management Team uitgeroepen tot beste adviesbureau in de sector accountancy en belastingadvies.

Berk Accountants en Belastingadviseurs is een bedrijf dat 91 jaar bestaat, 13 regiokantoren heeft met 850 medewerkers, en meer dan 15 duizend klanten, in nagenoeg alle branches en sectoren, in haar pakket heeft. Daarmee behoort het bedrijf met een jaarlijkse omzet van meer dan 75 miljoen euro tot de tien grootste kantoren van Nederland. “Omdat we in het verleden veel kantoren hebben overgenomen en vaak met combinatienamen hebben gewerkt (zoals Berk & Vervloet in Breda en Berk & Vijverberg in Den Bosch), is de naam Berk wat minder bekend in vergelijking met andere grotere organisaties”, vertelt Guus Janse, belastingadviseur en vennoot. In verband met die naamsbekendheid besloot het bedrijf in 1999 om nog maar een naam te hanteren; Berk Accountants en Belastingsadviseurs.

Kennis

Bewust kiest Berk ervoor om zich te richten op alleen haar corebusiness van accountancy en belastingadvies aangevuld met bedrijfsjuridische advisering, en niet het full service concept. “Veel concurrenten doen of deden dat juist wel, maar wij willen doen waar we goed in zijn. Je kan je wel willen verbreden, maar dat komt de kwaliteit doorgaans niet ten goede. Bovendien bewaren we zo onze onafhankelijkheid en kunnen de klanten op een objectief advies rekenen”, legt Janse uit. “Die aanpak heeft ons ook best wel wat gebracht. We zijn een eigenzinnige club die niet zonder meer meegaat in trends. Dat past ook binnen onze bedrijfscultuur van niet lullen maar poetsen. We zijn bepaald geen borstkloppers, maar inmiddels wel een behoorlijk omvangrijke organisatie geworden. We doen waar we goed in zijn en dat willen we cultiveren.” Berk wil zich op de diverse kennisgebieden binnen de accountancy en belastingadvies excelleren en heeft daarvoor kennisgroepen ingesteld, maar ook branchegroepen die speerpuntbranches onder de loep nemen zoals bijvoorbeeld advocatuur, notariaat en woningcorporaties. Op die manier wil Berk de interne kennis tussen de regiokantoren onderling verbeteren en ontwikkelen, maar met name wil Berk hiermee ook meer raakvlak met haar klanten creëren.

Klanten

Raakvlak en contact met klanten staat bij Berk dan ook centraal. Dat is ook de reden waarom Berk 13 regiokantoren heeft met een maximale bezetting van 60 tot 80 medewerkers. “We willen dat de klanten onze mensen kennen, en onze mensen de klanten kennen. Kennen is kunnen; hoe beter je de klant kent, hoe meer je voor hem kan betekenen. De interactie en de relatie met onze klanten is van essentieel belang”, vindt Janse. Daarvoor is het wel noodzakelijk dat je goed opgeleide mensen in huis hebt die weten waar ze over praten, geeft hij aan. Medewerkers krijgen dan ook regelmatig een uitdagend en adequaat opleidingsprogramma om up-to-date te blijven, zowel op vaktechnisch gebied als op het gebied van gedragsvaardigheden. “De sleutel tot succes is het hebben van mensen die gedreven zijn.” Uit onderzoek is gebleken dat tevreden, loyale medewerkers bepalend zijn voor de tevredenheid en loyaliteit van klanten. De klanten zijn de ambassadeurs voor een organisatie.

Samenwerking

Doordat Berk zich alleen blijvend op accountancy en belastingadvisering richt, heeft het een nauwe samenwerking met andere specialisten. “Dat is een van de sterke punten van Berk. We hoeven nooit tegen onze klanten te zeggen dat we hen niet verder kunnen helpen.” Die strategische samenwerking biedt Berk ook internationaal aan. Berk is onafhankelijk lid van de organisatie Baker Tilly International, een netwerk van gelijkgestemde organisaties met vestigingen in meer dan 85 landen. Uit recentelijk onderzoek van het blad Management Team over honderd adviesbureaus in Nederland eindigde Berk binnen haar branchesector op nummer één, en overall op nummer twee. “Fantastisch, maar daar gaan we wel op een ‘Berkse manier’ mee om. Niet hoog van de toren blazen, maar eraan werken om dit niveau in stand te houden.”