Fruitbedrijf Goense: Onderscheidend en gericht op streekproducten
Het ecologische fruitbedrijf Goense in het Drentse Marwijksoord is vooral “geen alledaags bedrijf”. Het familiebedrijf kenmerkt zich door onderscheidend te willen zijn. Kees en Ria Goense telen ecologisch fruit voor Drentse streekgerechten. Ondertussen hebben ze meer dan 40 streekproducten in hun assortiment.
Het is niet uit idealisme dat Goense zijn fruit teelt op een ecologische manier, dus zonder chemische bestrijdingsmiddelen. Het heeft er wel iets mee te maken, “want ecologisch is nu eenmaal minder milieubelastend en gezonder”. Maar het is vooral om economische redenen. “Hiermee onderscheiden we ons. Bovendien heeft ecologisch en biologisch fruit de toekomst, denken we. Het is gezonder en gewoon lekkerder”, aldus Kees Goense. Het onderscheidend willen zijn staat bij hem en zijn vrouw hoog in het vaandel. Een kenmerk dat typerend is voor hun manier van ondernemen en voor hun bedrijfsvoering. Een succesfactor. “Laten we eerlijk blijven. Uiteindelijk draait het toch allemaal om het verdienen van een boterham, want van de wind kun je niet leven.”
Groningen
Het begon allemaal in Groningen. Daar, in het dorpje Noordbroek in het Oldambt in Noordoost Groningen, had de familie Goense een traditioneel akkerbouwbedrijf op de zwaarste kleigrond die er is. “Moeilijk bewerkbare grond dus”, zegt Goense. Begin jaren tachtig nam Goense het pachtbedrijf over van zijn ouders en begon daar in de loop der jaren ook met de teelt van achtereenvolgens oesterzwammen, appels en zwarte bessen. Dat was onderscheidend. “Noordoost Groningen is de graanschuur van Nederland. Je vindt daar weinig boeren met een tweede tak van inkomsten. Wij waren een vreemde eend in de bijt. Menig boer reageerde nogal sceptisch als we weer iets nieuws gingen doen.” Maar het bedrijf groeide. De familie Goense kocht in 1995 het pachtbedrijf van de eigenaar en breidde later nog eens het areaal met 6,5 hectare grond uit naar in totaal 53 hectare. Ondertussen was er ook een extra loods gebouwd om de appels en de bessen te kunnen opslaan; had Goense een zwarte bessen coöperatie opgericht met vijf andere boeren – met een gezamenlijk mechanisatie om de bessen te kunnen oogsten voor de industriële verwerking; en was de teelt van zwarte bessen met 10 procent uitgebreid en de kweekcapaciteit van oesterzwammen met 100 procent. Bovendien had de familie Goense tegen die tijd hun eerste streekproduct op de markt gezet; zwarte bessensap genaamd Oldambtstersap. Kortom het ging goed met de werkzaamheden van de Goenses.
Te succesvol
Maar het ging eigenlijk te goed. “We groeiden hard en we werden slachtoffer van ons eigen succes. We hadden eigenlijk meer personeel nodig. En daar zat het probleem. Een ander zou personeel in dienst nemen en daarmee het probleem oplossen. Maar zo werkt dat niet in de agrarische sector. Je bent als agrariër de eerste schakel, maar komt als laatste aan de beurt als het om betalen gaat. Bovendien bepaalt een ander wat jij verdient. Als je te duur bent gaan ze wel naar een ander. Dat is heel frustrerend”, zegt Goense. Dat element samen met de feiten dat de akkerbouw steeds minder geld op bracht en dat de zware kleigrond ieder jaar weer om hoge investeringskosten vraagt, deed het echtpaar Goense besluiten de boel te verkopen. “En dan ook in een keer alles. Niet alleen het agrarische gedeelte, maar ook de nevenactiviteiten. Omringende boeren reageerden verbaasd. Juist omdat ik meerdere inkomstenbronnen had hoefde ik toch zeker niet te verkopen?! Maar wij dachten een stap verder. Het moment was daar om te verkopen. De markt was gunstig en de grondprijzen waren hoog. Door alles in een keer te verkopen konden we de hoogste prijs vragen.” En zo werd het bedrijf verkocht aan een belegger die de werkzaamheden voortzette door het inhuren van beheerders en loonwerkers. Onder die constructie verbouwd Goense daar nog steeds 10 hectare zwarte bessen.
Streekproducten
“We hadden altijd het idee gehad om later, als we oud waren, in Drenthe te gaan wonen. Het leek ons een logische beslissing om dan nu maar naar Drenthe te gaan. En het was belastingtechnisch verstandig om een doorstart te maken.” Het echtpaar Goense kocht vier hectare land in het Drentse Marwijksoord, nabij Rolde. Daar lieten zij een nieuw bedrijfspand en een woning opzetten en besloten om zich specifiek te richten op de productie van ecologische streekproducten. “Daar zijn eigenlijk twee redenen voor. Allereerst zijn het gewoon mooie en onderscheidende producten waarbij kwaliteit erg belangrijk is en wij vinden het mooi om die producten te produceren. Daarnaast krijg je reacties van mensen op deze producten. Dat vinden wij een stimulans. Als traditioneel agrariër zie je eigenlijk niks van je product weer, alleen geld. Ook krijg je nooit een reactie op je werk en op je producten. Er is niemand die zegt; ‘Goh, wat heb jij weer een lekkere aardappels of wat was die suiker toch weer lekker dit jaar’. Logisch, maar we misten dat wel. We kregen die reacties namelijk wel op de appels en zwarte bessen die we in Groningen teelden. Het stimuleert ons als mensen iets zeggen over de kwaliteit van de producten.”
DrentsGoed
En zo begon het familiebedrijf Goense in Drenthe met de teelt van zwarte bessen, rode bessen, witte bessen, blauwe bessen, kruisbessen, frambozen, bramen en wijndruiven. Deze producten worden verwerkt in een 40-tal streekproducten waaronder diverse sappen, wijnen, jams, siropen en vruchtenbonbons. “En ieder jaar proberen we ons assortiment met een nieuw product uit te breiden.” De producten zijn verkrijgbaar onder het DrentsGoed keurmerk, een producentenvereniging van een 30-tal producenten en de provincie Drenthe, mede initiator. Samen zijn ze goed voor 100 verschillende streekproducten die op diverse en uiteenlopende plaatsen in Drenthe verkocht worden, van delicatessenzaak en campingwinkel, tot VVV-kantoren, musea en supermarkten. Zelf heeft Goense ook een winkel bij het bedrijf. In die winkel worden naast alle eigen streekproducten ook producten van collega’s verkocht zoals aardappelen, uien, appels, peren, oesterzwammen, boerenkaas en vlees.
Excursies
Naast de winkel en het fruitteeltbedrijf heeft Goense ook een excursiezaal annex proeflokaal gebouwd in 2003. “Veel mensen zijn nieuwsgierig naar ons bedrijf en willen graag het hoe en wat weten. Daarom hebben we besloten ook excursies te geven en proeverijen te organiseren. Daar wordt veel gebruik van gemaakt. Mensen mogen ook gewoon rondlopen op het bedrijf. Er staan informatieborden bij de gewassen zodat mensen zelf informatie kunnen vergaren en wij niet constant met de mensen mee hoeven te lopen. Mensen mogen ook zelf vruchten plukken. Drie keer per jaar organiseert Goense een open dag in samenwerking met negen andere agrarische bedrijven. Daar is ook een fietsroute van 30 kilometer aan verbonden.
Ondernemen
Ondertussen ontwikkelt Goense het bedrijf verder. Op dit moment wordt de boerderijwinkel verbouwd en uitgebreid. De winkel wordt aangesloten bij het format Landwinkel. Dat is een samenwerkingsverband van professionele boerderijwinkels die zich onderscheiden door middel van het productassortiment; ambachtelijke producten uit eigen regio en streekproducten van elders. “We hebben er geen moment spijt van gehad dat we het familiebedrijf in Groningen hebben verkocht. Het was voor mijn ouders natuurlijk even slikken toen we vertelden dat we het familiebedrijf wilden verkopen. Maar verkopen kan ook ondernemen zijn.”